Een goedkoop model
Zelfportret als schilder
Ze zeggen – en dat geloof ik heel graag – dat het moeilijk is jezelf te kennen – maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen.
Brief aan Theo van Gogh. Saint-Rémy-de-Provence, donderdag 5 en vrijdag 6 september 1889.
Groene ogen, een rode baard, een gefronste blik, een blauwe werkmanskiel. Van Gogh maakte veel zelfportretten. Daarom weten we hoe hij eruit zag, ook al kennen we maar één foto waarop je zijn gezicht goed kan zien.
Van Gogh maakte de zelfportretten niet uit ijdelheid. Het waren oefeningen in kleur, in verftoets en in gezichtsuitdrukking. Hij wilde beter worden in het schilderen van portretten, en modellen huren was nou eenmaal duur. Jezelf als model nemen was een praktische en goedkope oplossing.
Moe en gespannen
Van Gogh probeerde in dit zelfportret ook te laten zien hoe hij zich voelde toen hij het maakte: moe en gespannen. In een brief aan zijn zus beschrijft hij zijn uiterlijk uitgebreid en constateert:
Gij zult zeggen dat dit ietwat lijkt op b.v. het gezigt van – de dood – in het boek van v. Ede, of zoo iets.
Brief aan Willemien van Gogh. Arles, tussen zaterdag 16 en woensdag 20 juni 1888.
In dit boek wordt de dood beschreven als een bleke figuur met diepliggende ogen, donker en serieus, maar niet wreed of vijandig.