'Vingerafdruk' van het doek

De hut

De hut en het stilleven Manden met aardappels zijn geschilderd op doek dat van dezelfde rol stof komt. Een software programma wees dat uit. Op de röntgenfoto is te zien dat de draden van het doek (de schering- en de inslagdraden) variëren in dikte. Ook de afstand tussen de draden is niet overal gelijk. Door de röntgenfoto digitaal te scannen en te analyseren, maakten computerdeskundigen een ‘vingerafdruk’ van het gebruikte doek.

Die vergeleken ze met schering- en inslag beelden van andere schilderijen. De Hut matchte niet alleen met Manden met aardappels, maar ook met enkele andere werken die Van Gogh in Brabant (NL) maakte.

Overeenkomsten in schering- en (vooral) inslagdraden kunnen helpen bij het vaststellen in welke volgorde Van Goghs schilderijen zijn gemaakt. Ze vertellen ook iets over de werkmethoden van de kunstenaar.

Negentiende-eeuws schildersdoek werd in een fabriek gemaakt. De scheringdraden werden gespannen op een groot weefgetouw, de inslagdraden werden er doorheen geweven. Daarna werd het doek alvast van een grondlaag voorzien.

De inslagdraden van De hut volgen hetzelfde patroon als die van Manden met aardappels. Beide doeken zijn dus naast elkaar uit de breedte van de rol doek geknipt.

Scheringdraad afbeelding door Don H. Johnson,

Thread Count Automation Project (TCAP)

Gedurende de periode 1888-1890 maakte Van Gogh vaak zijn eigen frames (voor zijn schilderijen). Hij kocht dan een rol doek, scheurde een stuk af, en rekte het op een houten stretcher frame. Hierdoor kon hij zelf de afmetingen en het soort doek kiezen. Hij maakte meerdere doeken met verschillende afmetingen van dezelfde rol (ca. 10 x 2.10 m).

Manden met aardappelen, 1885

Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)