Wanneer het schildersdoek op was...

Tuin van Daubigny

Theedoek

De achterkant van een schilderij zegt veel. Hier is op het doek een rode streep te zien langs de boven- en onderzijde. Die ingeweven strepen verraden dat Van Gogh schilderde op een doodgewone theedoek. In de 19de eeuw werden die overal verkocht. Waarschijnlijk zat Van Gogh even zonder doek en pakte hij daarom wat voorhanden was. Gelukkig arriveerde er snel een zending uit Parijs, zodat hij een grotere versie van de tuin kon schilderen.

Deze gaatjes in het doek bewijzen dat de theedoek eerder al op een ander raam opgespannen is geweest.

Etiket

De etiketten op de achterkant van dit schilderij vertellen over de reizen die het heeft gemaakt. De tuin van Daubigny is altijd in de familie Van Gogh gebleven. Via Van Goghs broer Theo en zijn vrouw Jo, kwam het werk bij zijn neef terecht (op de stickers aangeduid als ir. Van Gogh). Die stuurde het in 1938 met dertien andere schilderijen naar een expositie in Indonesië. In februari 1939 reisden de werken door naar San Francisco (USA) voor de Golden Gate International Exhibition.


Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog konden de schilderijen niet terug naar Nederland. Van de nood maakte men een deugd: de schilderijen werden door heel Amerika en Canada geëxposeerd. Ze waren onder andere te zien in Toledo (sticker Toledo Museum of Art), Montreal (sticker Art Association), Syracuse (sticker Syracuse Museum), en New York (sticker Museum of Modern Art).

Spietjes

Deze houten spietjes zijn klein maar belangrijk. Ze worden gebruikt om het doek van een schilderij te spannen. Dat kan alleen als het houten raam waarop het doek is bevestigd, uit losse onderdelen bestaat. Door de spietjes in de hoekverbinding te steken, worden de latten iets uit elkaar geduwd. Zo kan een doek dat na verloop van tijd wat slap hangt, weer strak getrokken worden. Van Gogh kocht kant-en-klare doeken maar zette meestal zelf zijn doeken in elkaar. Daarvoor gebruikte hij doek dat hij van een rol sneed en op een houten span- of spieraam vastspijkerde.